Bequemlichkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Bequemlichkeit:
- gemak; gemakkelijkheid; comfort; gemakzucht; gerieflijkheid; behaaglijkheid; geriefelijkheid; gerief; soepelheid; inschikkelijkheid
Wiktionary:
- Bequemlichkeit → comfort, gemak

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bequemlichkeit (Duits) in het Nederlands

die Bequemlichkeit (Gemütlichkeit)
het gemak; de gemakkelijkheid
- gemak [het ~] zelfstandig naamwoord
- gemakkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Komfort)
het comfort
- comfort [het ~] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Trägheit; Faulheit)
de gemakzucht
- gemakzucht [de ~] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtigkeit; Leichtheit; Behaglichkeit)
de gemakkelijkheid; gerieflijkheid
- gemakkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gerieflijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Gemütlichkeit; Behaglichkeit)
de behaaglijkheid; geriefelijkheid
- behaaglijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geriefelijkheid [znw.] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Komfort; Gemütlichkeit; Behaglichkeit)
het gerief
- gerief [het ~] zelfstandig naamwoord
die Bequemlichkeit (Nachgiebigkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtigkeit; Leichtheit; Behaglichkeit)
de soepelheid; de gemakkelijkheid; de inschikkelijkheid
- soepelheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemakkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- inschikkelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
behaaglijkheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemütlichkeit	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit
comfort	Bequemlichkeit; Komfort
gemak	Bequemlichkeit; Gemütlichkeit	Gelassenheit; Ruhe
gemakkelijkheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit; Nachgiebigkeit
gemakzucht	Bequemlichkeit; Faulheit; Trägheit
gerief	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemütlichkeit; Komfort
geriefelijkheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemütlichkeit
gerieflijkheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit	Behaglichkeit; Gemütlichkeit; Geselligkeit; Häuslichkeit
inschikkelijkheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit; Nachgiebigkeit	Milde; Nachgiebigkeit
soepelheid	Behaglichkeit; Bequemlichkeit; Gemächlichkeit; Gemütlichkeit; Leichtheit; Leichtigkeit; Nachgiebigkeit	Biegsamkeit; Flexibilität; Flüssigkeit; Gefügigkeit; Gelenkigkeit; Geschmeidigkeit; Wendigkeit
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gemak		ruhig