Bekenntnis in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Bekenntnis:
- bekentenis; ontboezeming; gemoedsuiting; vormsel; belijdenis; geloofsovertuiging; geloof; gezindheid; confessie; gezindte; geloofsbelijdenis; geloofsbekentenis; biecht
Wiktionary:
- Bekenntnis → bekentenis

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bekenntnis (Duits) in het Nederlands

Bekenntnis (Geständnis)
de bekentenis
- bekentenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Bekenntnis (Geständnis)
de ontboezeming; gemoedsuiting
- ontboezeming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gemoedsuiting [znw.] zelfstandig naamwoord
Bekenntnis (Konfession)
het vormsel; de belijdenis
- vormsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- belijdenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Bekenntnis (Glaubensüberzeugung; Glaube; religiöse Überzeugung; Konfession; Religiösität; Religionsbekenntnis; Sinnesart)
de geloofsovertuiging; het geloof; de gezindheid; de confessie; de gezindte
- geloofsovertuiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloof [het ~] zelfstandig naamwoord
- gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- confessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gezindte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Bekenntnis (Glaubensbekenntnis)
de belijdenis; de geloofsbelijdenis; geloofsbekentenis
- belijdenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloofsbelijdenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloofsbekentenis [znw.] zelfstandig naamwoord
Bekenntnis (Beichte)
de confessie; de biecht
- confessie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- biecht [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekentenis	Bekenntnis; Geständnis
belijdenis	Bekenntnis; Glaubensbekenntnis; Konfession
biecht	Beichte; Bekenntnis
confessie	Beichte; Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung	Religionsbekenntnis
geloof	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung	Fiduz; Glaube; Gottesdienst; Religion; Vertrauen
geloofsbekentenis	Bekenntnis; Glaubensbekenntnis
geloofsbelijdenis	Bekenntnis; Glaubensbekenntnis
geloofsovertuiging	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
gemoedsuiting	Bekenntnis; Geständnis
gezindheid	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung	Anschauung; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Einstellung; Geneigtheit; Gesinnung; Hang; Neigung; Standpunkt; Tendenz; Trend; Vorliebe; Überzeugung
gezindte	Bekenntnis; Glaube; Glaubensüberzeugung; Konfession; Religionsbekenntnis; Religiösität; Sinnesart; religiöse Überzeugung
ontboezeming	Bekenntnis; Geständnis
vormsel	Bekenntnis; Konfession	Firmung

Cross Translation:

From	To	Via
• Bekenntnis	→ bekentenis	↔ confession — open admittance of having done something