Autor in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Autor:
- schrijver; auteur; dichter; maker; schepper; voortbrenger; schrijvers; auteurs; creator
Wiktionary:
- Autor → schrijver, auteur
- Autor → schrijfster, schrijver, auteur

Duits

Uitgebreide vertaling voor Autor (Duits) in het Nederlands

der Autor (Schriftsteller; Schreiber; Verfasser; Dichter; Schriftstellerin; Poet; Autorin; Dichterin)
de schrijver; de auteur; de dichter
- schrijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Autor (Entwerfer; Hersteller; Schöpfer; Urheber; Erzeuger; Gestalter; Erbauer)
de auteur; de maker; de schepper; de voortbrenger
- auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- maker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- voortbrenger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Autor (Schreiber; Schriftsteller; Dichter)
de schrijvers; de auteurs
- schrijvers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- auteurs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
der Autor (Schöpfer; Entwerfer; Gestalter; Erbauer; Gott; Komponist)
creator; de maker; de schepper
- creator [znw.] zelfstandig naamwoord
- maker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Autor (Ersteller)
de auteur
- auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
auteur	Autor; Autorin; Dichter; Dichterin; Entwerfer; Erbauer; Ersteller; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Poet; Schreiber; Schriftsteller; Schriftstellerin; Schöpfer; Urheber; Verfasser	Autorin; Dichterin; Schriftstellerin
auteurs	Autor; Dichter; Schreiber; Schriftsteller
creator	Autor; Entwerfer; Erbauer; Gestalter; Gott; Komponist; Schöpfer	Autorin; Dichterin; Schriftstellerin; Schöpferin
dichter	Autor; Autorin; Dichter; Dichterin; Poet; Schreiber; Schriftsteller; Schriftstellerin; Verfasser	Dichter; Poet
maker	Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Gott; Hersteller; Komponist; Schöpfer; Urheber	Erfinder
schepper	Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Gott; Hersteller; Komponist; Schöpfer; Urheber	Schöpfer; Wasserkanne
schrijver	Autor; Autorin; Dichter; Dichterin; Poet; Schreiber; Schriftsteller; Schriftstellerin; Verfasser
schrijvers	Autor; Dichter; Schreiber; Schriftsteller
voortbrenger	Autor; Entwerfer; Erbauer; Erzeuger; Gestalter; Hersteller; Schöpfer; Urheber

Autor

noun

Autor

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Autor	→ schrijfster; schrijver; auteur	↔ author — originator or creator of a work
• Autor	→ schrijver; schrijfster; auteur	↔ writer — person who writes; an author
• Autor	→ schrijver; auteur	↔ auteur — littérature\|fr Personne qui a rédigé un ouvrage de littérature, de science ou d’art.
• Autor	→ schrijver; schrijfster; auteur	↔ écrivain — personne dont l’occupation consister à écrire des ouvrages.