Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausruf (Duits) in het Nederlands
Ausruf:
-
der Ausruf (Schrei; Ruf)
-
der Ausruf (Verlautbarung; Ankündigung; Kundgebung; Veröffentlichung; Bekanntmachung; Verkündigung; Ausrufung; Bekanntgabe)
de bekendmaking; de proclamatie; de melding; de aankondiging; de kennisgeving; de afkondiging; de verkondiging; de mededeling -
der Ausruf (Interjektion)
het tussenwerpsel
Vertaal Matrix voor Ausruf:
Synoniemen voor "Ausruf":
Computer vertaling door derden: