Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausreißer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausreißer (Duits) in het Nederlands

Ausreißer:

Ausreißer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausreißer (Deserteur; Fahnenflüchtiger)
    de deserteur; de drukker; de wegloper
    • deserteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drukker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wegloper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Ausreißer (Deserteure)
    de weglopers
    • weglopers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Ausreißer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausreißer (Deserteure)
    de deserteurs

Vertaal Matrix voor Ausreißer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deserteur Ausreißer; Deserteur; Fahnenflüchtiger
deserteurs Ausreißer; Deserteure
drukker Ausreißer; Deserteur; Fahnenflüchtiger
wegloper Ausreißer; Deserteur; Fahnenflüchtiger
weglopers Ausreißer; Deserteure

Synoniemen voor "Ausreißer":

  • Sonderfall; Spezialfall

Wiktionary: Ausreißer


Cross Translation:
FromToVia
Ausreißer buitenbeentje; alleenstaand geval outlier — person or thing away from others or outside its proper place
Ausreißer afwijkende waarde outlier — value outside pattern in a statistical sample