Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausfluß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausfluß (Duits) in het Nederlands

Ausfluß:

Ausfluß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausfluß
    de vloeiing
    • vloeiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. der Ausfluß
    wegvloeisel

Vertaal Matrix voor Ausfluß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vloeiing Ausfluß
wegvloeisel Ausfluß