Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausführlichkeit (Duits) in het Nederlands

Ausführlichkeit:

Ausführlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausführlichkeit
    de omstandigheid; de breedvoerigheid; de uitvoerigheid; de breedsprakigheid
  2. die Ausführlichkeit
    de uitgebreidheid; de uitvoerigheid; ampelheid
  3. die Ausführlichkeit (Weitläufigkeit; Umständlichkeit; Weitschweifigkeit)
    de langdradigheid

Vertaal Matrix voor Ausführlichkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ampelheid Ausführlichkeit
breedsprakigheid Ausführlichkeit
breedvoerigheid Ausführlichkeit
langdradigheid Ausführlichkeit; Umständlichkeit; Weitläufigkeit; Weitschweifigkeit
omstandigheid Ausführlichkeit Situation; Umstand; Umstände
uitgebreidheid Ausführlichkeit Ausdehnung; Weite
uitvoerigheid Ausführlichkeit

Computer vertaling door derden: