Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Ausdehnung

Vertaal Ausdehnung van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausdehnung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausdehnung (Duits) in het Nederlands

Ausdehnung:

Ausdehnung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausdehnung (Größe; Ausmaß; Format; )
    de dimensie
    – afmeting 1
    • dimensie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • de doos heeft drie dimensies: lengte, breedte en hoogte1
    de omvang; de grootte; het formaat
    • omvang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grootte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • formaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    de maat; de mate
    – hoe groot het is 1
    • maat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • welke maat schoenen heb je?1
    • mate [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in zekere mate heeft hij gelijk1
    de afmeting
    – hoe lang, breed of hoog het is 1
    • afmeting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • heb je de afmetingen van die kast opgeschreven?1
  2. die Ausdehnung (Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs)
    de uitbreiding; de expansie; de groei
    • uitbreiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • expansie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • groei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. die Ausdehnung (Erweiterung; Vergrößerung; Erhöhung)
    het uitzetten; de vergroting; het groter worden; wijd worden
  4. die Ausdehnung (Anschwellung)
    de aangroei; uitdijen; de uitdijing; de aanwas
    • aangroei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitdijen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • uitdijing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanwas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. die Ausdehnung (Streckung; Dehnung; Ausladung)
    de uitrekking; uitstrekking
  6. die Ausdehnung (Weite)
    de uitgebreidheid; de uitgestrektheid
  7. die Ausdehnung (Vergrößerung; Erweiterung; Erhöhung; )
    expulsie

Vertaal Matrix voor Ausdehnung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangroei Anschwellung; Ausdehnung Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Zunahme; Zuwachs
aanwas Anschwellung; Ausdehnung Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Anwuchs; Vermehrung; Zunahme; Zuwachs
afmeting Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Abmessung; Abschnitt
dimensie Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Dimension
expansie Ausdehnung; Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme; Zuwachs
expulsie Abschaffung; Aufmachung; Ausdehnung; Ausweisung; Erhöhung; Erweiterung; Steigung; Verbannung; Vergrößerung; Verjagung; Verweisung; Zunahme
formaat Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
groei Ausdehnung; Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufgehen; Ausbreitung; Blüte; Entstehen; Entwicklung; Erhöhung; Erweiterung; Erzeugung; Expansion; Fortpflanzung; Heranziehung; Vergrößerung; Wachstum; Wachtumsprozess; Wuchs; Zunahme; Zuwachs
grootte Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
het groter worden Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
maat Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Abmessung; Abschnitt; Freund; Freundin; Gefährte; Genosse; Genossin; Geselle; Kamerad; Kameradin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Teihaber; Vertraute
mate Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Grad; Gradation; Maß; Quantität; Skala
omvang Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Viewportgröße
uitbreiding Ausdehnung; Expansion; Wachstum; Zunahme; Zuwachs Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausbreitung; Beiordnung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme; Zuwachs
uitdijen Anschwellung; Ausdehnung
uitdijing Anschwellung; Ausdehnung
uitgebreidheid Ausdehnung; Weite Ausführlichkeit
uitgestrektheid Ausdehnung; Weite
uitrekking Ausdehnung; Ausladung; Dehnung; Streckung
uitstrekking Ausdehnung; Ausladung; Dehnung; Streckung
uitzetten Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung Deportation; Deportierung; Verschleppung
vergroting Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung Ausbreitung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Vergrößerung; Zunahme
wijd worden Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitdijen anschwellen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; erweitern; expandieren; schwellen; vergrößern
uitzetten abgrenzen; absetzen; abstecken; abstellen; abzeichnen; ausmachen; ausschalten; ausstossen; ausweisen; deportieren; festlegen; trassieren; verbannen; zwangsverschicken

Synoniemen voor "Ausdehnung":


Wiktionary: Ausdehnung

Cross Translation:
FromToVia
• Ausdehnung → uitbreiding ↔ extension — act of extending or the state of being extended
• Ausdehnung → bestek; uitgebreidheid; grootte; omvang ↔ ampleur — caractère de ce qui est ample.
• Ausdehnung → ruimheid; uitgebreidheid; uitgestrektheid; wijdte; baan; breedte ↔ largeur — étendue d’une chose considérer d’un de ses côtés à l’autre, par opposition à longueur.
• Ausdehnung → coupe; figuur; postuur; statuur; gestalte; lichaamsbouw; grootte; maat; mate; afmeting; dimensie; bestek; uitgebreidheid; omvang ↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1047 seconde
Page rendered in 1.0 seconds