Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Ausbilder:
-
Wiktionary:
- Ausbilder → leermeester, opleider
Duits
Uitgebreide vertaling voor Ausbilder (Duits) in het Nederlands
Ausbilder:
-
der Ausbilder (Lehrer)
-
der Ausbilder (Lehrer; Schulmeister; Lehrmeister; Lehrkraft; Herr Lehrer; Erzieher)
de leraar; de pedant; leraar op basisschool; de leerkracht; de onderwijzer; de schoolmeester; de meester -
der Ausbilder (Erzieher)
-
der Ausbilder (Lehrmeister)
-
die Ausbilder (Lehrmeister)
-
die Ausbilder
Vertaal Matrix voor Ausbilder:
Synoniemen voor "Ausbilder":
Wiktionary: Ausbilder
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Ausbilder | → leermeester | ↔ instructor — one who instructs; a teacher |
• Ausbilder | → opleider | ↔ formateur — Celui qui forme |