Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aufstrich:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufstrich (Duits) in het Nederlands

Aufstrich:

Aufstrich [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufstrich (Haarstrich)
    de ophaal
    • ophaal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Aufstrich
    opstreek

Vertaal Matrix voor Aufstrich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ophaal Aufstrich; Haarstrich
opstreek Aufstrich