Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aufstoßer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufstoßer (Duits) in het Nederlands

Aufstoßer:

Aufstoßer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Aufstoßer (Rülpser)
    het boertje; burp
    • boertje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • burp [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. der Aufstoßer (Aufstoßen)
    het boeren; oprispen
    • boeren [het ~] zelfstandig naamwoord
    • oprispen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufstoßer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeren Aufstoßen; Aufstoßer Ackerbauer; Aufstoßen; Bauer; Kleinbürger; Landwirt; Spießbürger
boertje Aufstoßer; Rülpser Rülpser
burp Aufstoßer; Rülpser Rülpser
oprispen Aufstoßen; Aufstoßer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boeren Beruf ausüben; Resultate der Arbeit sehen; rülpsen
oprispen rülpsen