Aufstoßen in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Aufstoßen:
- boer; oprisping; oprispingen; boeren; openduwen; openstoten; oprispen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufstoßen (Duits) in het Nederlands

Aufstoßen (Rülps)
de boer; de oprisping
- boer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- oprisping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Aufstoßen
de oprispingen; de boeren
- oprispingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- boeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
Aufstoßen
openduwen; openstoten
- openduwen [znw.] zelfstandig naamwoord
- openstoten [znw.] zelfstandig naamwoord
Aufstoßen (Aufstoßer)
het boeren; oprispen
- boeren [het ~] zelfstandig naamwoord
- oprispen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boer	Aufstoßen; Rülps	Agrarier; Bauer; Flegel; Grobian; Heini; Kaffer; Landwirt; Provinzler
boeren	Aufstoßen; Aufstoßer	Ackerbauer; Bauer; Kleinbürger; Landwirt; Spießbürger
openduwen	Aufstoßen
openstoten	Aufstoßen
oprispen	Aufstoßen; Aufstoßer
oprisping	Aufstoßen; Rülps
oprispingen	Aufstoßen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boeren		Beruf ausüben; Resultate der Arbeit sehen; rülpsen
openduwen		aufdrücken; aufstoßen
openstoten		aufstoßen
oprispen		rülpsen