Aufhebung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Aufhebung:
- annuleren; tenietdoening; annulering; nietigverklaring; ongeldig verklaren; geheelonthouding; afschaffing; het omhoogheffen; opheffing; ongeldigverklaring; herroeping
Wiktionary:
- Aufhebung → afschaffing, annulering, ontbinding, vernietiging, eliminatie, ruiming, verwijdering, abrogatie, intrekking

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufhebung (Duits) in het Nederlands

die Aufhebung (Annullierung; Stornierung; Annulieren; Nichtigkeitserklärung; Zurücknahme; Aufheben; Ungültigkeitserklärung)
annuleren; tenietdoening; de annulering; de nietigverklaring; ongeldig verklaren
- annuleren [znw.] zelfstandig naamwoord
- tenietdoening [znw.] zelfstandig naamwoord
- annulering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- nietigverklaring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongeldig verklaren [znw.] zelfstandig naamwoord
die Aufhebung (Abstinenz; Abschaffung; Verzicht; Enthaltung; Enthaltsamkeit)
de geheelonthouding; de afschaffing
- geheelonthouding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afschaffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Aufhebung (Hebung; Aufheben)
het omhoogheffen; de opheffing
- het omhoogheffen [znw.] zelfstandig naamwoord
- opheffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Aufhebung (Ungültigkeitserklärung; Stornierung; Annullierung; Zurücknahme)
ongeldigverklaring
- ongeldigverklaring [znw.] zelfstandig naamwoord
die Aufhebung
de herroeping
- herroeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afschaffing	Abschaffung; Abstinenz; Aufhebung; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Verzicht	Abschaffen; Aufheben; Auflösung; Liquidation; Schließung
annuleren	Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme	Abbestellen; Abbrechen
annulering	Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme
geheelonthouding	Abschaffung; Abstinenz; Aufhebung; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Verzicht	Abstinenz; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Verzicht
herroeping	Aufhebung	Widerruf; Widerrufung
het omhoogheffen	Aufheben; Aufhebung; Hebung
nietigverklaring	Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme
ongeldig verklaren	Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme
ongeldigverklaring	Annullierung; Aufhebung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme
opheffing	Aufheben; Aufhebung; Hebung	Abschaffen; Aufheben; Auflösung; Beenden; Beendigen; Liquidation; Schließung
tenietdoening	Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Ungültigkeitserklärung; Zurücknahme
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
annuleren		abbestellen; abbrechen; absagen; annulieren; aufheben; einstellen; rückgängig machen; stornieren; streichen

Cross Translation:

From	To	Via
• Aufhebung	→ afschaffing	↔ abolition — action d'abolir.
• Aufhebung	→ annulering; ontbinding; vernietiging; afschaffing; eliminatie; ruiming; verwijdering; abrogatie; intrekking	↔ abrogation — Action d’abroger.
• Aufhebung	→ afschaffing	↔ annulation — action d’annuler.