Duits
Uitgebreide vertaling voor Arrangieren (Duits) in het Nederlands
Arrangieren:
Vertaal Matrix voor Arrangieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ordenen | Anordnen; Anpassen; Arrangieren | |
schikken | Anordnen; Anpassen; Arrangieren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ordenen | alles auf die Reihe bringen; einteilen; gliedern; gruppieren; katalogisieren; klassifizieren; ordnen; sortieren | |
schikken | Maßregeln treffen; Streit beilegen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; einigen; gelegen kommen; konvenieren; passen; regeln; rundkommen; schlichten; vergleichen; versöhnen |