Duits
Uitgebreide vertaling voor Armleuchter (Duits) in het Nederlands
Armleuchter:
-
die Armleuchter
-
der Armleuchter (Unbedeutende; Depp; Schaf; Hanswurst; Dummkopf; dummer August; Tor; Trottel; Schafskopf; Einfaltspinsel; Spaßvogel; Narr; Idiot; Schalk; Geck; Tröttel; Irrsinnige; Gänschen; Esel; Schussel; Irre; Verrückte; Dumme; Dussel; Tölpel; Schwachkopf; Hofnarr)
de idioot; simpele ziel; de dwaas; de dommerik; de onnozelaar; de onbenul; de achterlijke; onnozele kerel -
der Armleuchter (Ölkuchen; Krapfen; Dummkopf)
Vertaal Matrix voor Armleuchter:
Synoniemen voor "Armleuchter":
Computer vertaling door derden: