Duits
Uitgebreide vertaling voor Arbeitslohn (Duits) in het Nederlands
Arbeitslohn:
-
Arbeitslohn (Einkommen; Besoldung; Bezahlung; Belohnung)
het honorarium; het salaris; het loon; de bezoldiging; de verdienste; de gage; het arbeidsloon; het traktement; de soldij; de wedde -
Arbeitslohn (Bezahlung; Lohn; Besoldung; Verdienst; Gehalt; Einkommen)
-
der Arbeitslohn (Herstellungskosten; Anfertigungskosten)
Vertaal Matrix voor Arbeitslohn:
Computer vertaling door derden: