Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anwuchs (Duits) in het Nederlands

Anwuchs:

Anwuchs [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anwuchs (Anwachsen; Vermehrung)
    de aanwas; de vermeerdering; aangroeiing

Vertaal Matrix voor Anwuchs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangroeiing Anwachsen; Anwuchs; Vermehrung
aanwas Anwachsen; Anwuchs; Vermehrung Anschwellung; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausdehnung; Zunahme; Zuwachs
vermeerdering Anwachsen; Anwuchs; Vermehrung Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Zunahme; Zuwachs

Wiktionary: Anwuchs


Cross Translation:
FromToVia
Anwuchs aangroei; vermeerdering; toename; uitbreiding; uitbouwing; vergroting; aanwas; ontwikkeling; gestalte; groei; accres; wasdom accroissementaction de croitre, de se développer.
Anwuchs ontwikkeling; aanwas; aangroei; gestalte; groei; toename; accres développementaction de développer, de se développer ou résultat de cette action, au propre et au figuré.