Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anspruch machen auf:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anspruch machen auf (Duits) in het Nederlands

Anspruch machen auf:

Anspruch machen auf werkwoord

  1. Anspruch machen auf (anfordern; fordern; einfordern)
    eisen; aanspraak maken op; vorderen; opeisen; rekwireren; opvorderen
    • eisen werkwoord (eis, eist, eiste, eisten, geëist)
    • aanspraak maken op werkwoord
    • vorderen werkwoord (vorder, vordert, vorderde, vorderden, gevorderd)
    • opeisen werkwoord (eis op, eist op, eiste op, eisten op, opgeeist)
    • rekwireren werkwoord (rekwireer, rekwireert, rekwireerde, rekwireerden, gerekwireerd)
    • opvorderen werkwoord (vorder op, vordert op, vorderde op, vorderden op, opgevorderd)

Vertaal Matrix voor Anspruch machen auf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspraak maken op Anpruch geltend machen auf
opvorderen Anfordern
vorderen Fortschrittemachen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspraak maken op Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern
eisen Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern anfordern; beanstanden; einfordern; einziehen; erfordern; erheben; fordern; klagen; kommandieren; reklamieren; sichbeschweren; verlangen
opeisen Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern
opvorderen Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern
rekwireren Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern
vorderen Anspruch machen auf; anfordern; einfordern; fordern anfordern; aufarbeiten; aufbringen; einfordern; einziehen; erheben; fordern; herauftragen; hinaufbringen; hinaufführen; kommandieren; verbesseren; verlangen; vorwärtskommen; weiterkommen

Verwante vertalingen van Anspruch machen auf