Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anschwärzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anschwärzen (Duits) in het Nederlands

Anschwärzen:

Anschwärzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anschwärzen (Anschwärzung; Verpetzen)
    belasteren; kwaadspreken

Vertaal Matrix voor Anschwärzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasteren Anschwärzen; Anschwärzung; Verpetzen Lästern; Schwarz machen
kwaadspreken Anschwärzen; Anschwärzung; Verpetzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belasteren beleidigen; düpieren; klatschen; kränken; lästern; schmähen; tratschen; verletzen
kwaadspreken beleidigen; düpieren; klatschen; kränken; lästern; schmähen; tratschen; verletzen