Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anreger:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anreger (Duits) in het Nederlands

Anreger:

Anreger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anreger (Anführer)
    de instigator; de aanzetter; de aanstichter; opstoker

Vertaal Matrix voor Anreger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstichter Anführer; Anreger Anführer; Anstifter; Gründer; Initiator; Stifter; Urheber; Verursacher
aanzetter Anführer; Anreger
instigator Anführer; Anreger
opstoker Anführer; Anreger Aufhetzer; Aufwiegler; Hetzer; Provokateur; Rebell; Unruhestifter

Synoniemen voor "Anreger":