Annahme in het Nederlands vertaald uit het Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor Annahme (Duits) in het Nederlands

die Annahme (These; Behauptung)
de thesis; de stelling; de aanname; de these
- thesis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanname [de ~] zelfstandig naamwoord
- these [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Annahme (Vermuten; Glaube; Voraussetzung; Vermutung; Annehmen; Verdacht)
het vermoeden; de veronderstelling
- vermoeden [het ~] zelfstandig naamwoord
- veronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Annahme (Postulat; Behauptung; These)
de vooronderstelling; het postulaat
- vooronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- postulaat [het ~] zelfstandig naamwoord
die Annahme
de veronderstelling
- veronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanname	Annahme; Behauptung; These
postulaat	Annahme; Behauptung; Postulat; These
stelling	Annahme; Behauptung; These	Aufstellung; Behauptung; Feststellung; Fragestellung; Gerüst; Gestell; Hypothese; Lattengestell; Lattenwerk; Spalier; Stellage; These
these	Annahme; Behauptung; These
thesis	Annahme; Behauptung; These
vermoeden	Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung
veronderstelling	Annahme; Annehmen; Glaube; Verdacht; Vermuten; Vermutung; Voraussetzung	Ausgangspunkt; Basis; Fundament; Grund; Grundgedanke; Grundlage; Grundlinie; Hypothese; Unterbau
vooronderstelling	Annahme; Behauptung; Postulat; These	Prämisse; Voraussetzung

Annahme

noun

Prämisse, Voraussetzung: der Glaube an einen nicht erwiesenen oder nicht beweisbaren Sachverhalt, eine Hypothese oder Axiome
- Annahme → assumptie; veronderstelling

Cross Translation:

From	To	Via
• Annahme	→ veronderstelling; aanname	↔ presupposition — assumption, conjecture, speculation or something supposed without proof
• Annahme	→ landing; toegang; nadering; binnengaan; entree; intrede; omgeving; ontmoeting; kennismaking; betrekking; verhouding; verstandhouding; omgang; verband; verkeer; ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding	↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• Annahme	→ ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding	↔ acceptation — action d’accepter.
• Annahme	→ ontvangst; acceptatie; aanneming; aanvaarding	↔ accueil — cérémonie ou prestation réservée à un nouvel arrivant, consistant généralement à lui souhaiter la bienvenue et à l’aider dans son intégration ou ses démarches.
• Annahme	→ hypothese; veronderstelling; mening; vermoeden	↔ hypothèse — didactique\|fr supposition que l’on fait sans se demander si elle est vraie ou faux, mais seulement pour en tirer des conséquences à vérifier.

Computer vertaling door derden: