Anmerkung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Anmerkung:
- opmerking; aanmerking; bemerking; aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; schrijfsel; krabbelbriefje; attest; bewijs
Wiktionary:
- Anmerkung → notitie, aantekening

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anmerkung (Duits) in het Nederlands

die Anmerkung (Bemerkung; Kommentar)
de opmerking; de aanmerking; de bemerking
- opmerking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanmerking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bemerking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Anmerkung (Notiz; Aufzeichnung; Vermerk)
de aantekening; het briefje; het kattebelletje; het kladbriefje; het kladje; de krabbel; het schrijfsel
- aantekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kattebelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kladbriefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kladje [het ~] zelfstandig naamwoord
- krabbel [de ~] zelfstandig naamwoord
- schrijfsel [het ~] zelfstandig naamwoord
die Anmerkung (Kritzelei; Schmiererei; Notiz; Eintragung; Aufzeichnung)
het kladje; het kattebelletje; het schrijfsel; de krabbel; het krabbelbriefje; het kladbriefje
- kladje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kattebelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
- schrijfsel [het ~] zelfstandig naamwoord
- krabbel [de ~] zelfstandig naamwoord
- krabbelbriefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kladbriefje [het ~] zelfstandig naamwoord
die Anmerkung (attest; Notiz; Vermerk)
het attest; het bewijs; het briefje
- attest [het ~] zelfstandig naamwoord
- bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
die Anmerkung
de aantekening
- aantekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanmerking	Anmerkung; Bemerkung; Kommentar	Bemängelung; Kommentar; Kritik; kritische Bemerkung
aantekening	Anmerkung; Aufzeichnung; Notiz; Vermerk	Annotation; Aufzeichnung; Eintragung; Notiz; Vermerk
attest	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest	Attest; Gesundheitsattest; Gesundheitszeugnis
bemerking	Anmerkung; Bemerkung; Kommentar
bewijs	Anmerkung; Notiz; Vermerk; attest	Beleg; Bescheinigung; Beweis; Beweisstück; Rechtsbeweis
briefje	Anmerkung; Aufzeichnung; Notiz; Vermerk; attest	Banknote; Geldschein
kattebelletje	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
kladbriefje	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk
kladje	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk	Kladde; Schmierzettel; Zettel; Zettelchen; zerknitterte Zettelchen
krabbel	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk	Gekrabbel; Gekritzel; Kritzelei
krabbelbriefje	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei
opmerking	Anmerkung; Bemerkung; Kommentar	Bemängelung; Kommentar; Kritik; kritische Bemerkung
schrijfsel	Anmerkung; Aufzeichnung; Eintragung; Kritzelei; Notiz; Schmiererei; Vermerk

Anmerkung

noun

allgemein: (schriftlich oder mündlich) eine zusätzlich geben Information
- Anmerkung → notitie; aantekening

Anmerkung

noun