Ankunft in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Ankunft:
- aankomst; komst; binnenkomst; retour; terugkeer; terugreis; entree; intrede; intocht; aankomsten; thuiskomst; rentree
Wiktionary:
- Ankunft → aankomst
- Ankunft → aankomst, komst, plaats van aankomst

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ankunft (Duits) in het Nederlands

die Ankunft (Kommen; Eintreffen)
de aankomst; de komst
- aankomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- komst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Ankunft (Eintreffen)
de binnenkomst; de aankomst
- binnenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aankomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Ankunft (Rückkehr; Heimreise; Rückwechsel; Heimkunft; Comeback; Heimkehr; Heimkünfte)
de retour; de terugkeer; de terugreis
- retour [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- terugkeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- terugreis [de ~] zelfstandig naamwoord
die Ankunft (Eintreffen; Eintritt; Anfang; Einzüge; Antritt; Einkommen; Einzug; Einnahme; Kommen; Eintreten; Eindringen; Antreten)
de entree; de binnenkomst; de intrede; de intocht
- entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- binnenkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- intrede [de ~] zelfstandig naamwoord
- intocht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Ankunft (Anreisen; Eintreffen)
de aankomsten
- aankomsten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
die Ankunft (Heimkehr; Rückkehr; Heimkunft; Heimreise)
de thuiskomst
- thuiskomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Ankunft (Comeback; Rückkehr; Heimkehr; Heimreise; Heimkunft; Heimkünfte)
de rentree
- rentree [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aankomst	Ankunft; Eintreffen; Kommen
aankomsten	Ankunft; Anreisen; Eintreffen
binnenkomst	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
entree	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen	Diele; Eingang; Eingangshalle; Eintrittpreis; Eintrittsgeld; Eintrittspreis; Entree; Flur; Halle; Portal; Tür; Vestibül; Vorhalle; Zugang; Zutritt
intocht	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
intrede	Anfang; Ankunft; Antreten; Antritt; Eindringen; Einkommen; Einnahme; Eintreffen; Eintreten; Eintritt; Einzug; Einzüge; Kommen
komst	Ankunft; Eintreffen; Kommen	Kommen
rentree	Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr
retour	Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr; Rückwechsel	Roundtrip; Rückfahrkarte
terugkeer	Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr; Rückwechsel	Heimfahrt; Heimreise; Rückkehr
terugreis	Ankunft; Comeback; Heimkehr; Heimkunft; Heimkünfte; Heimreise; Rückkehr; Rückwechsel	Heimfahrt; Heimreise; Rückkehr
thuiskomst	Ankunft; Heimkehr; Heimkunft; Heimreise; Rückkehr
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
retour		rückwärts gehend

Ankunft

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Ankunft	→ aankomst; komst	↔ arrival — act of arriving or something that has arrived
• Ankunft	→ aankomst	↔ arrivage — abord, arrivée des navires dans un port.
• Ankunft	→ aankomst; plaats van aankomst	↔ arrivée — action d’arriver.