Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Angriffsspieler:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Angriffsspieler (Duits) in het Nederlands

Angriffsspieler:

Angriffsspieler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angriffsspieler (Stürmer)
    de spitsspeler; de aanvaller; de voorhoedespeler; de voorspeler
  2. der Angriffsspieler (Angreifer; Stürmer)
    de aanvaller; de aanrander

Angriffsspieler [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Angriffsspieler
    de aanvallers

Vertaal Matrix voor Angriffsspieler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanrander Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer
aanvaller Angreifer; Angriffsspieler; Stürmer Angreifer; überfaller
aanvallers Angriffsspieler
spitsspeler Angriffsspieler; Stürmer
voorhoedespeler Angriffsspieler; Stürmer
voorspeler Angriffsspieler; Stürmer