Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anflug:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anflug (Duits) in het Nederlands

Anflug:

Anflug [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anflug (Spur; Schimmer; Anstrich)
    het snufje; het vleugje; de zweem; de flinter; het waas; het schijntje; het floers
    • snufje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vleugje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zweem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flinter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • waas [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schijntje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • floers [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Anflug (Nebelichkeit; Nebel; Duft; )
    heiigheid; het waas
    • heiigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • waas [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anflug:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flinter Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
floers Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
heiigheid Anflug; Duft; Dunst; Hauch; Nebel; Nebelichkeit; Schleier
schijntje Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur
snufje Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur Modeartikel; Neuigkeit
vleugje Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur Abglanz; Angewohnheit; Schein
waas Anflug; Anstrich; Duft; Dunst; Hauch; Nebel; Nebelichkeit; Schimmer; Schleier; Spur Dampf; Dunst; Nebel; Qualm; Schleier
zweem Anflug; Anstrich; Schimmer; Spur Ahnung; Schimmer; klein Bischen

Synoniemen voor "Anflug":


Wiktionary: Anflug


Cross Translation:
FromToVia
Anflug aanvliegen approach — the way a plane lands at an airport

Computer vertaling door derden: