Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Aneignen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aneignen (Duits) in het Nederlands

Aneignen:

Aneignen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aneignen (Stibitzen)
    inpikken; bietsen
    • inpikken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • bietsen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. Aneignen (Anlernen)
    aanleren

Vertaal Matrix voor Aneignen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleren Aneignen; Anlernen
bietsen Aneignen; Stibitzen
inpikken Aneignen; Stibitzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanleren aneignen; anlernen; einpauken; erlernen; lernen; studieren
bietsen abhandenmachen; einstecken
inpikken abhandenmachen; einstecken; entwenden; hinterziehen; klauen; rauben; sich aneignen; stehlen; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; veruntreuen; wegnehmen; wegschnappen; zurückbehalten; zurückhalten

Verwante vertalingen van Aneignen