Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Anbau:
-
Wiktionary:
- Anbau → teelt, aanbouw, aanbouwsel
Duits
Uitgebreide vertaling voor Anbau (Duits) in het Nederlands
Anbau:
-
der Anbau (Zucht)
-
der Anbau (Zucht)
de reproductie; de voortplanting; de cultuur; het kweken; voortbrenging; de fokkerij; de fok; de teelt; de verbouw; de aanplant; aankweken; de aankweek; aanfok -
der Anbau (Bepflanzung; Vegetation)
-
der Anbau (Ausbau; Erweiterung; Vorbau; Vergrößerung)
-
der Anbau (Anbauen; Fortpflanzung; Züchten; Züchtung; Anbauten; Zucht; Züchte)
-
der Anbau (Erker; Ausbau)
Vertaal Matrix voor Anbau:
Synoniemen voor "Anbau":
Computer vertaling door derden: