Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Amtsperiode:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Amtsperiode (Duits) in het Nederlands

Amtsperiode:

Amtsperiode [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Amtsperiode (Amtszeit)
    de ambtsperiode; de diensttijd

Vertaal Matrix voor Amtsperiode:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambtsperiode Amtsperiode; Amtszeit
diensttijd Amtsperiode; Amtszeit

Synoniemen voor "Amtsperiode":


Computer vertaling door derden: