Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Alter (Duits) in het Nederlands

Alter:

Alter [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Alter (Lebensalter)
    de leeftijd
    • leeftijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Alter (Altertum)
    de ouderdom
    • ouderdom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. Alter (Greisenalter)
    mate van grijs zijn; de grijsheid

Alter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Alter (Alte)
    het oudje
    • oudje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Alter (Greis; Greisin)
    bejaardheid; ouder dan 65 jaar zijn

Vertaal Matrix voor Alter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaardheid Alter; Greis; Greisin
grijsheid Alter; Greisenalter Fahlheit; Grau; Grauheit; Trostlosigkeit; Ödheit
leeftijd Alter; Lebensalter
mate van grijs zijn Alter; Greisenalter
ouder dan 65 jaar zijn Alter; Greis; Greisin
ouderdom Alter; Altertum
oudje Alte; Alter

Synoniemen voor "Alter":


Wiktionary: Alter

Alter
noun
  1. de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren
  2. een bepaald tijdstip in iemands leven

Cross Translation:
FromToVia
Alter leeftijd; ouderdom age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
Alter ouderdom age — latter part of life
Alter kerel; maat; vent dude — slang: term of address for a man
Alter ouderdom vieillesseâge avancé.
Alter leeftijd; ouderdom âge — Période écoulée depuis la naissance

Verwante vertalingen van Alter