Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Allmächtiger (Duits) in het Nederlands

Allmächtiger:

Allmächtiger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Allmächtiger
    de almachtige
  2. der Allmächtiger
    het Opperwezen
  3. der Allmächtiger (Gott; Herrgott; Heiliger Vater)
    de God; de Almachtige; het opperwezen; de Schepper; de heer
    • God [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • Almachtige [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opperwezen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • Schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Allmächtiger (Gottheit; Göttlichkeit; Herr)
    de god; de godheid; de goddelijkheid
    • god [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • godheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • goddelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. der Allmächtiger (Gott; Herrgott; Gottheit)
    de God
    • God [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. der Allmächtiger (Himmelsvater; Herr)
    de hemelvader
  7. der Allmächtiger (Herr des Himmels)
    hemelheer

Vertaal Matrix voor Allmächtiger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Almachtige Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott
God Allmächtiger; Gott; Gottheit; Heiliger Vater; Herrgott Jahve; Jehova; Schöpfer
Opperwezen Allmächtiger
Schepper Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott
almachtige Allmächtiger
god Allmächtiger; Gottheit; Göttlichkeit; Herr Gott; Götzenbild
goddelijkheid Allmächtiger; Gottheit; Göttlichkeit; Herr
godheid Allmächtiger; Gottheit; Göttlichkeit; Herr
heer Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott Fürst; Gebieter; Herr; Herrscher; König
hemelheer Allmächtiger; Herr des Himmels
hemelvader Allmächtiger; Herr; Himmelsvater
opperwezen Allmächtiger; Gott; Heiliger Vater; Herrgott

Synoniemen voor "Allmächtiger":