Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abwinden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abwinden (Duits) in het Nederlands

Abwinden:

Abwinden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abwinden (Ablassen; Senkung)
    laten zakken; neerlaten
  2. Abwinden (Ausrollen)
    afrollen; afwinden; ontrollen

Vertaal Matrix voor Abwinden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrollen Abwinden; Ausrollen
afwinden Abwinden; Ausrollen
laten zakken Ablassen; Abwinden; Senkung
neerlaten Ablassen; Abwinden; Senkung
ontrollen Abwinden; Ausrollen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrollen ausrollen; entrollen
afwinden abwickeln; abwinden
laten zakken enttäuschen; ernüchtern; frustrieren
ontrollen ausrollen; entrollen