Duits
Uitgebreide vertaling voor Abtragen (Duits) in het Nederlands
Abtragen:
-
Abtragen (Zahlen; Zahlung; Begleichung; Abzahlen)
-
Abtragen (Kleidern abtragen)
-
Abtragen (Wegtragen)
Vertaal Matrix voor Abtragen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afdragen | Abtragen; Kleidern abtragen | |
betalen | Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung | |
dokken | Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung | |
kleding afdragen | Abtragen; Kleidern abtragen | |
voldoen | Abtragen; Abzahlen; Begleichung; Zahlen; Zahlung | |
wegdragen | Abtragen; Wegtragen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afdragen | abnutzen; abtragen; aufbrauchen; auftragen; übertragen an | |
betalen | abrechnen; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten; honorieren; tilgen; vergüten; zahlen | |
dokken | andocken; auszahlen; belohnen; besolden; bezahlen; entgelten | |
voldoen | abrechnen; ausreichen; eine Rechnung bezahlen; genügen; tilgen; zahlen; zufriedenstellen | |
wegdragen | abführen; abtragen; davontragen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; wegbringen; wegführen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen |
Computer vertaling door derden: