Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Absteigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absteigen (Duits) in het Nederlands

Absteigen:

Absteigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Absteigen (Abstieg)
    afdalen
    • afdalen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. Absteigen (Herabsteigen; Absitzen)
    afklimmen; afstijgen

Vertaal Matrix voor Absteigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdalen Absteigen; Abstieg
afklimmen Absitzen; Absteigen; Herabsteigen
afstijgen Absitzen; Absteigen; Herabsteigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdalen absteigen; herabsacken; herabsteigen; herunterrutschen; heruntersteigen; hinabgleiten; hinabsteigen; hinuntergleiten; hinunterkommen; hinuntersteigen; niedersteigen
afklimmen absitzen; absteigen; herabkommen
afstijgen absitzen; absteigen; herabkommen

Wiktionary: Absteigen


Cross Translation:
FromToVia
Absteigen afdaling; neerdaling descenteaction de descendre ou par laquelle on descend.