Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Absetzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Absetzen (Duits) in het Nederlands

Absetzen:

Absetzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Absetzen
    neerzetten

Vertaal Matrix voor Absetzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neerzetten Absetzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neerzetten ablegen; abstellen; abstreifen; anbringen; aufstellen; austreiben; beisetzen; einordnen; einräumen; einrücken; einstellen; gruppieren; herstellen; hinlegen; hinstellen; installieren; legen; setzen; stationieren; stellen; unterbringen