Duits
Uitgebreide vertaling voor Abschrecken (Duits) in het Nederlands
Abschrecken:
Vertaal Matrix voor Abschrecken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afschrikken | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
verjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
wegjagen | Abschrecken; Verjagen; Wegjagen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afschrikken | Angst einjagen; abschrecken; verscheuchen; verschrecken | |
verjagen | abtreiben; ausstossen; fortjagen; forttreiben; verbannen; verjagen; vertreiben; wegjagen | |
wegjagen | abtreiben; antreiben; auftreiben; ausstossen; fortjagen; forttreiben; verbannen; verjagen; vertreiben; wegjagen; wegtreiben |