Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abschpalten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschpalten (Duits) in het Nederlands

Abschpalten:

Abschpalten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschpalten (Abtrennen; Absondern)
    afsnijden

Vertaal Matrix voor Abschpalten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsnijden Abschpalten; Absondern; Abtrennen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afsnijden abschneiden; schneiden