Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Abschnitt

Vertaal Abschnitt van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abschnitt:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschnitt (Duits) in het Nederlands

Abschnitt:

Abschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Abschnitt (Abmessung)
    de afmeting; de maat
    • afmeting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • maat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Abschnitt (Zeitraum; Uhr; Zeitabschnitt)
    het uur; tijdsbestek van een uur
  3. der Abschnitt (Anteil; Stück)
    het aandeel; het deel; de part
    • aandeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • part [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Abschnitt (Absatz; Paragraph)
    de paragraaf; de alinea; het lid
    • paragraaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • alinea [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • lid [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. der Abschnitt (Periode; Termin; Zeitraum; )
    de termijn; de tijdsduur; de periode; het tijdsbestek
  6. der Abschnitt (Division; Abteilung; Sektion)
    de divisie; de afdeling; de sectie
    • divisie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afdeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. der Abschnitt (Coupon; Schein; Kassenschein; )
    de bon; de coupon
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • coupon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. der Abschnitt (Empfangsschein; Lieferschein; Überweisungsschein; )
    het ontvangstbewijs; het reçu
  9. der Abschnitt
    de coupure
    • coupure [de ~] zelfstandig naamwoord
  10. der Abschnitt
    de sectie
    • sectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  11. der Abschnitt (Segment; Teil; Bruchteil; Stück)
    het segment
    • segment [het ~] zelfstandig naamwoord
  12. der Abschnitt (Stück Stoff; Flicklappen; Lappen; )
    stuk stof; de lap
    • stuk stof [znw.] zelfstandig naamwoord
    • lap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  13. der Abschnitt (Treppe; Fußtritt; Eingangstreppe; )
    de trap
    – schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt 1
    • trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gaat via de trap naar boven1
    het trapje
    • trapje [het ~] zelfstandig naamwoord
  14. der Abschnitt (Zeitraum; Periode; Zeitspanne; Spanne; Zeitabschnitt)
    de tijdsruimte
  15. der Abschnitt (Präsentationsabschnitt)
    de sectie; presentatiesectie

Vertaal Matrix voor Abschnitt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandeel Abschnitt; Anteil; Stück Aktie; Anteil; Kontingent; Portion; Ration; Stück; Teil
afdeling Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Abteilung; Geschäftsstelle; Sektion
afmeting Abmessung; Abschnitt Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
alinea Absatz; Abschnitt; Paragraph Absatz
bon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Empfangsschein; Strafe; Strafzettel; Überweisungsschein
coupon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest
coupure Abschnitt
deel Abschnitt; Anteil; Stück Anteil; Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bestandteil; Bruchteil; Bund; Dreschboden; Druck; Element; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Glied; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Segment; Stück; Teil; Teilchen; Vermächtnis
divisie Abschnitt; Abteilung; Division; Sektion Geschäftsbereich
lap Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Läppchen; Putztuch; Scheuerlappen; Stoffetzen; Stofflappen; Tuch; Wisch; wertlose Zeug
lid Absatz; Abschnitt; Paragraph Angehörige; Augenlid; Deckel; Dimensionselement; Element; Mitglied; Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
maat Abmessung; Abschnitt Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Freund; Freundin; Gefährte; Genosse; Genossin; Geselle; Größe; Kamerad; Kameradin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Teihaber; Vertraute
ontvangstbewijs Abschnitt; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein
paragraaf Absatz; Abschnitt; Paragraph
part Abschnitt; Anteil; Stück Anteil; Bruchteil; Glied; Portion; Ration; Segment; Stück; Teil; Teilchen
periode Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum
reçu Abschnitt; Empfangsschein; Kassenbon; Kassenschein; Lieferschein; Schein; Zettel; Überweisungsschein Beleg; Bescheinigung; Empfangsbestätigung; Empfangsschein; Quittung; Rückschein; Überweisungsschein
sectie Abschnitt; Abteilung; Division; Präsentationsabschnitt; Sektion Abteilung; Autopsie; Fachbereich; Geschäftsstelle; Leichenbefund; Leichenschau; Leichenöffnung; Obduktion; Sekte; Sektion; Stadtbezirk; Stadtteil; Stadtviertel
segment Abschnitt; Bruchteil; Segment; Stück; Teil Kontocodesegment; Segment; Slice
stuk stof Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff
termijn Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne
tijdsbestek Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit
tijdsbestek van een uur Abschnitt; Uhr; Zeitabschnitt; Zeitraum
tijdsduur Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Dauer; Länge; Zeitspanne
tijdsruimte Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne
trap Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe Aufgang; Fußtritt; Stoß; Trap; Treppenlauf
trapje Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe
uur Abschnitt; Uhr; Zeitabschnitt; Zeitraum
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel Kachel
presentatiesectie Abschnitt; Präsentationsabschnitt

Synoniemen voor "Abschnitt":


Wiktionary: Abschnitt

Abschnitt
noun
  1. Kupon, Abriss einer Eintrittskarte oder eines Gutscheins
  2. Mathematik: ein Teil der Kreisscheibe
  3. Teil der Zeit
  4. ein Teil eines Textes
    • Abschnitt → stuk
  5. ein Teil eines Geländes
Cross Translation:
FromToVia
• Abschnitt → hoofdstuk ↔ chapter — section in a book
• Abschnitt → korst ↔ heel — end-piece of a loaf of bread
• Abschnitt → snijding ↔ section — cutting, part cut out







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0626 seconde
Page rendered in 1.0 seconds