Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abschmeicheln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschmeicheln (Duits) in het Nederlands

Abschmeicheln:

Abschmeicheln [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschmeicheln (Ablisten)
    aftroggelen; afsmeken; afbedelen
  2. Abschmeicheln (Ablisten)
    troggelarij
  3. Abschmeicheln
    aftronen

Vertaal Matrix voor Abschmeicheln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbedelen Ablisten; Abschmeicheln
afsmeken Ablisten; Abschmeicheln
aftroggelen Ablisten; Abschmeicheln
aftronen Abschmeicheln
troggelarij Ablisten; Abschmeicheln
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbedelen abhandenmachen; abschmeicheln; erbetteln
aftroggelen abhandenmachen; einstecken