Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abreißen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abreißen (Duits) in het Nederlands

Abreißen:

Abreißen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abreißen (Verschrottung; Abriß; Abbruch; Demontage)
    de sloop; de afbraak
    • sloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • afbraak [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. Abreißen (Demontage; Abriß; Abbrechen)
    de ontmanteling; de demontage; uiteenname

Vertaal Matrix voor Abreißen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afbraak Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
demontage Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage
ontmanteling Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage
sloop Abbruch; Abreißen; Abriß; Demontage; Verschrottung
uiteenname Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage