Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abrüsten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abrüsten (Duits) in het Nederlands

Abrüsten:

Abrüsten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abrüsten (Entwaffnung; Abrüstung)
    ontwapenen; de ontwapening

Vertaal Matrix voor Abrüsten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwapenen Abrüsten; Abrüstung; Entwaffnung
ontwapening Abrüsten; Abrüstung; Entwaffnung Abrüstung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontwapenen abrüsten; entwaffnen