Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abmagern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abmagern (Duits) in het Nederlands

Abmagern:

Abmagern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abmagern (Abmagerung)
    vermageren; het afvallen; uitmergelen; afslanken; de vermagering

Vertaal Matrix voor Abmagern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afslanken Abmagern; Abmagerung
afvallen Abmagern; Abmagerung
uitmergelen Abmagern; Abmagerung
vermageren Abmagern; Abmagerung
vermagering Abmagern; Abmagerung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afslanken abnehmen; hungern; schlank werden
afvallen abfallen; abhängen; abkoppeln; abmagern; abtrennen; ausfallen; ausscheiden; entkoppeln; enttäuschen; ernüchtern; frustrieren; loshaken; loskoppeln
vermageren abmagern