Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- Abkürzung:
-
Wiktionary:
- Abkürzung → abbreviatie, afkorting, binnenweg
- Abkürzung → afkorting, verkorting
Duits
Uitgebreide vertaling voor Abkürzung (Duits) in het Nederlands
Abkürzung:
-
die Abkürzung
Vertaal Matrix voor Abkürzung:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afkorting | Abkürzung |
Synoniemen voor "Abkürzung":
Wiktionary: Abkürzung
Abkürzung
Cross Translation:
noun
-
het inkorten van een woord of een frase
-
een minder belangrijke en meestal kortere weg
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Abkürzung | → afkorting | ↔ abbreviation — shortened or contracted form of a word or phrase |
• Abkürzung | → verkorting; afkorting | ↔ abbreviation — act or result of shortening or reducing |