Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abfaulen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abfaulen (Duits) in het Nederlands

Abfaulen:

Abfaulen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abfaulen
    afrotten
  2. Abfaulen (Verfall; Auflösung; Verwesung)
    de ontbinding; verrotten; vergaan; de verwording; bederven; het bederf

Vertaal Matrix voor Abfaulen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrotten Abfaulen
bederf Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung Abstieg; Fäule; Rückgang; Schimmel; Verderb; Verfall; Verluderung; Verschlechterung; Verwesung
bederven Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
ontbinding Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung Auflösung
vergaan Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
verrotten Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung
verwording Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung Dekadenz; Entartung; Niedergang; Untergang; Verderb; Verfall; Verluderung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afrotten abfaulen
bederven abfaulen; abnehmen; beeinträchtigen; beschädigen; entzweireißen; faulen; fertigmachen; ruinieren; verderben; verfaulen; vergällen; verhunzen; verkommen; vermasseln; vermurksen; verpesten; verpfuschen; verseuchen; wegfaulen; zerbrechen; zerschlagen; zerstören; zertrümmern; zurückgehen; zurücklaufen
vergaan abfaulen; ablaufen; ausfaulen; faulen; scheitern; sinken; untergehen; verfallen; verfaulen; vergehen; verkommen; verstreichen; vorbei gehen; wegfaulen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
verrotten abfaulen; ausfaulen; faulen; verfaulen; vergehen; wegfaulen; zerfallen; zurückgehen; zurücklaufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vergaan faul; ranzig; schlecht; stinkend; stinkig; verdorben; verfault; vergammelt; verrotet