Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abführen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abführen (Duits) in het Nederlands

Abführen:

Abführen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abführen (Ablassen; Ableiten)
    het spuien; lozen
    • spuien [het ~] zelfstandig naamwoord
    • lozen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. Abführen (Laxieren)
    purgeren; laxeren
    • purgeren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • laxeren [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. Abführen (Fortführen; Wegführen)
    wegleiden

Vertaal Matrix voor Abführen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laxeren Abführen; Laxieren
lozen Abführen; Ablassen; Ableiten
purgeren Abführen; Laxieren
spuien Abführen; Ablassen; Ableiten
wegleiden Abführen; Fortführen; Wegführen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laxeren laxieren
lozen ausscheiden; ausstoßen
purgeren laxieren
spuien Wasser abführen; Wasser ableiten; einleiten; äußern
wegleiden wegführen; wegleiten

Verwante vertalingen van Abführen