Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- übernehmen:
-
Wiktionary:
- übernehmen → goed keuren, overnemen, erven, opnemen, aannemen, accepteren, ontvangen, als zoon aannemen, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken, ondernemen
Duits
Uitgebreide vertaling voor übernehmen (Duits) in het Nederlands
übernehmen:
-
übernehmen (annektieren)
-
übernehmen
op zich nemen-
op zich nemen werkwoord (neem op mij, neemt op jou, neemt op zich, nam op zich, namen op ons, op zich genomen)
-
-
übernehmen (adoptieren; annehmen)
Conjugations for übernehmen:
Präsens
- übernehme
- übernimmst
- übernimmt
- übernehmen
- übernehmt
- übernehmen
Imperfekt
- übernahm
- übernamht
- übernahm
- übernahmen
- übernahmt
- übernahmen
Perfekt
- habe übernommen
- hast übernommen
- hat übernommen
- haben übernommen
- habt übernommen
- haben übernommen
1. Konjunktiv [1]
- übernehme
- übernehmest
- übernehme
- übernehmen
- übernehmet
- übernehmen
2. Konjunktiv
- übernähme
- übernähmest
- übernähme
- übernähmen
- übernähmt
- übernähmen
Futur 1
- werde übernehmen
- wirst übernehmen
- wird übernehmen
- werden übernehmen
- werdet übernehmen
- werden übernehmen
1. Konjunktiv [2]
- würde übernehmen
- würdest übernehmen
- würde übernehmen
- würden übernehmen
- würdet übernehmen
- würden übernehmen
Diverses
- übernimm!
- übernehmt!
- übernehmen Sie!
- übernommen
- übernehmend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor übernehmen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aannemen | Adoptieren; Annehmen; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl | |
adopteren | Adoptieren; Adoption; Annehmen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aannemen | adoptieren; annehmen; übernehmen | akzeptieren; anheuern; annehmen; anstellen; anziehen; beginnen; denken; ein Geschenk annehmen; einkassieren; einstecken; einstellen; empfangen; engagieren; glauben; hinnehmen; in Empfang nehmen; schlucken; schätzen; starten; voraussetzen |
adopteren | adoptieren; annehmen; übernehmen | |
annexeren | annektieren; übernehmen | |
inlijven | annektieren; übernehmen | absorbieren; aufnehmen; aufsaugen; einverleiben; inkorporieren; schlucken |
op zich nemen | übernehmen | |
overnemen | annektieren; übernehmen | aufkaufen; einkaufen; erstehen; erwerben; kaufen |
Synoniemen voor "übernehmen":
Wiktionary: übernehmen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• übernehmen | → goed keuren | ↔ adopt — to take or receive as one's own what is not so naturally |
• übernehmen | → overnemen | ↔ carry — to adopt; take over or stand in |
• übernehmen | → erven | ↔ inherit — to receive property or a title by legal succession etc. |
• übernehmen | → opnemen | ↔ take on — To assume responsibility for |
• übernehmen | → overnemen | ↔ take over — to assume control |
• übernehmen | → aannemen; accepteren; ontvangen; als zoon aannemen; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken; adopteren; zich eigen maken | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
• übernehmen | → ondernemen | ↔ entreprendre — prendre la résolution de faire quelque chose, une action, un ouvrage, et commencer à le mettre à exécution. |
Computer vertaling door derden: