Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Öffnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Öffnen (Duits) in het Nederlands

Öffnen:

Öffnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Öffnen (Aufmachen)
    opendoen

Vertaal Matrix voor Öffnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opendoen Aufmachen; Öffnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opendoen aufmachen; aufschlagen; aufschließen; entriegeln; öffnen

Verwante vertalingen van Öffnen