Duits
Uitgebreide vertaling voor schmal (Duits) in het Nederlands
schmal:
-
schmal (eng; knapp)
van geringe breedte; nauw; eng; smalletjes; smal-
van geringe breedte bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
smalletjes bijwoord
-
smal bijvoeglijk naamwoord
-
-
schmal (mit wenig Platz; eng; knapp)
eng; nauw; krap; met weinig ruimte-
eng bijvoeglijk naamwoord
-
nauw bijvoeglijk naamwoord
-
krap bijvoeglijk naamwoord
-
met weinig ruimte bijvoeglijk naamwoord
-
-
schmal (mit großer Genauigkeit; eng)
nauwgezet; met grote juistheid-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
met grote juistheid bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schmal:
Synoniemen voor "schmal":
Wiktionary: schmal
schmal
Cross Translation:
adjective
-
wenig breit
- schmal → smal
-
wenig, knapp, unzureichend
- schmal → mager
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schmal | → nauw; smal | ↔ narrow — having a small width |
• schmal | → karig; schaars; schraal; schriel | ↔ insuffisant — Qui ne suffire pas. |
• schmal | → bekrompen; eng; krap; nauw; smal | ↔ étroit — Traductions à trier suivant le sens |