Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lossprechen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor lossprechen (Duits) in het Nederlands

lossprechen: (*Woord en zin splitter gebruikt)

lossprechen:


Synoniemen voor "lossprechen":


Wiktionary: lossprechen


Cross Translation:
FromToVia
lossprechen vergeven absolve — theology: pronounce free or give absolution from sin
lossprechen vrijspreken; absolveren; de absolutie geven absoudre — (term, Droit criminel) renvoyer de l’accusation une personne reconnaître l’auteur d’un fait qui n’est pas qualifier punissable par la loi.
lossprechen vrijspreken; absolveren; de absolutie geven; kwijtschelden; vereffenen; verrekenen; afbetalen acquitterrendre quitte, libérer des dettes. Il se dit en parlant des personne et des choses.