Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
karden:
-
Wiktionary:
karden → kaarden
-
Wiktionary:
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor karden (Nederlands) in het Duits
karren:
Conjugations for karren:
o.t.t.
- kar
- kart
- kart
- karren
- karren
- karren
o.v.t.
- karde
- karde
- karde
- karden
- karden
- karden
v.t.t.
- heb gekard
- hebt gekard
- heeft gekard
- hebben gekard
- hebben gekard
- hebben gekard
v.v.t.
- had gekard
- had gekard
- had gekard
- hadden gekard
- hadden gekard
- hadden gekard
o.t.t.t.
- zal karren
- zult karren
- zal karren
- zullen karren
- zullen karren
- zullen karren
o.v.t.t.
- zou karren
- zou karren
- zou karren
- zouden karren
- zouden karren
- zouden karren
en verder
- is gekard
diversen
- kar!
- kart!
- gekard
- karrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor karren:
Verwante woorden van "karren":
Wiktionary: karren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• karren | → gehen; fahren; sich befinden | ↔ aller — se déplacer jusqu'à un endroit. |