Wochentag: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Wochentag (Duits) in het Nederlands

der Wochentag (Arbeitstag; Werktag)
de werkdag
- werkdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Wochentag
de weekdag
- weekdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weekdag	Wochentag
werkdag	Arbeitstag; Werktag; Wochentag

Cross Translation:

From	To	Via
• Wochentag	→ werkdag; weekdag	↔ weekday — weekday